Mijn hart voelt veel dingen.
Mon cœur ressent beaucoup de choses.
Ik voel me blij als mijn oma ons ‘s avonds verhaaltjes vertelt.
Je suis contente quand ma grand-mère nous raconte des histoires le soir.
Ik voel me grappig als ik met mijn vriendinnetje speel.
Je me sens ridicule quand je joue avec mon amie.
Ik voel me verdrietig als mijn vader zegt dat hij geen geld heeft.
Je me sens mal quand mon père dit qu’il n’a pas d’argent.
Ik voel me geliefd als mijn moeder mij een knuffel geeft.
Je me sens aimée quand ma mère me donne un câlin.